Sociale Veiligheid Scouting Kompasnaald Gorssel
Gedragscode
Scouting Nederland vindt een veilige fysieke en sociale omgeving voor haar jeugdleden en vrijwilligers belangrijk. Een van de hulpmiddelen daarbij is het gebruik van een gedragscode. Hierin staat wat wel en niet gewenst is in de omgang tussen vrijwilligers en jeugdleden.
Veel grenzen in het contact tussen vrijwilligers en jeugdleden binnen Scouting zijn niet eenduidig. Het ene kind wil even op schoot zitten als het troost zoekt, het andere kind heeft behoefte aan een aai over de bol en weer een ander kind vindt het niet prettig om aangeraakt te worden. Hierover kunnen dus nooit precies grenzen worden afgesproken die voor alle kinderen en in alle situaties gelden. Maar er is wel één heel duidelijke grens en dat is de grens dat seksuele handelingen en contacten tussen vrijwilligers en jeugdleden die bij ons komen absoluut ontoelaatbaar zijn!
Daarom hebben wij als vereniging voor al onze vrijwilligers een gedragscode opgesteld. Deze is opgenomen in het Huishoudelijk reglement en daardoor voor alle leden van toepassing. De gedragscode vormt een aanvulling op het Wetboek van Strafrecht waarin is opgenomen is wat juridische grenzen zijn in de omgang met minderjarigen.
- De vrijwilliger zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen het jeugdlid zich veilig en gerespecteerd voelt;
- De vrijwilliger gaat zo om met een jeugdlid dat zijn/haar waardigheid niet wordt aangetast;
- De vrijwilliger dringt niet verder door in het privéleven van het jeugdlid dan functioneel noodzakelijk is;
- De vrijwilliger onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van het jeugdlid. Alle seksuele handelingen, -contacten en -relaties tussen vrijwilliger en jeugdlid tot 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik;
- De vrijwilliger raakt het jeugdlid niet op zodanige wijze aan, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden;
- De vrijwilliger gaat tijdens kampen en activiteiten met respect om met jeugdleden en de ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals slaapzalen, tenten, omkleedruimten, douches etc.;
- De vrijwilliger beschermt het jeugdlid naar vermogen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik en ziet er actief op toe dat de gedragscode door iedereen die bij het jeugdlid is betrokken, wordt nageleefd;
- Als de vrijwilliger gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel misbruik, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor door het bestuur aangewezen personen;
- De vrijwilliger krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn;
- In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaald gedrag zal de vrijwilliger in de geest van de gedragscode handelen en zo nodig daarover in contact te treden met een door het bestuur aangewezen persoon.
Verdere toelichting
Een verdere toelichting op de gedragscode is te vinden op de website van Scouting Nederland.
Pestprotocol
Als vereniging heeft de Kompasnaald te maken met omgangsvormen tussen leden, menselijk gedrag in al zijn voorkomen en met alle facetten van de opvoeding en het opgroeien van haar jeugdleden in het algemeen. Ook pesten kan voorkomen binnen de vereniging. Het gebeurt gelukkig niet vaak maar vanwege de grote impact van pesten voor betrokkenen willen we als scoutinggroep een duidelijke lijn uitzetten om op gelijke manier om te gaan met pesterijen. Het doel van dit protocol is uiteenzetten wat wij onder pesten verstaan en hoe wij omgaan met pesterijen.
De Dikke van Dale geeft als uitleg voor 'pesten': treiteren. Het woord 'treiteren' wordt vervolgens uitgelegd als "pesten, plagen". Uit deze definities valt af te leiden dat het verschil tussen pesten en plagen soms moeilijk is vast te stellen, terwijl op basis van diverse, hier niet nader genoemde bronnen, toch een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen plagen en pesten. Wat is nou het verschil tussen plagen en pesten? Over het algemeen zien we plagen als redelijk onschuldig. Plagerijtjes zijn op zichzelf staande voorvallen, zonder een duurzaam karakter. Het zijn korte, draaglijke pijntjes, die bij het spel horen en waarbij kinderen onderdeel van de groep blijven. Bij pesten zijn de gevolgen ernstiger. De gepeste is herhaaldelijk slachtoffer en het pesten heeft invloed op de hele groep. Er heerst een gespannen sfeer.
Hoe gaat de groep om met pesten?
Meldingen van pesterijen kunnen komen van leidinggevenden, ouders van jeugdleden of de jeugdleden zelf. Zodra een melding wordt ontvangen door (meestal) de speltakleiding, wordt de melding gecommuniceerd naar alle betrokkenen:
- alle leidinggevenden van de betreffende speltak
- de voorzitter van de groep
- het slachtoffer
- de pester
- de ouders van de pester
- de ouders van het slachtoffer
De speltakleiding spreekt met alle betrokken partijen en verzamelt zo informatie met betrekking tot de melding. In overleg met alle betrokkenen worden maatregelen afgesproken om herhaling te voorkomen. De resultaten van de genomen maatregelen worden door de speltakleiding en betrokkenen geëvalueerd binnen een vooraf kenbaar gemaakte termijn. De speltakleiding maakt hier tevens melding van binnen het bestuur.
Als Scouting Kompasnaald hebben we als doel om plezier in het scoutingspel te beleven. Wij hopen daarom dat iedereen zich zal inzetten dit protocol zo min mogelijk nodig te laten zijn. Pesten gaat hoe dan ook ten koste van het plezier binnen onze vereniging.
01. Gesprek met betreffend lid/leden over gedrag
Het lid (of de leden) wordt aangegeven dat het gedrag ongewenst is en dringend verzocht dit gedrag niet meer te tonen. Dit is een eerste waarschuwing waarbij de pester het voordeel van de twijfel krijgt. Binnen de betreffende groep wordt de No-Blame methode opgestart. Leidinggevenden wordt gevraagd extra toezicht te houden.
02. Aanspreken lid/leden op gedrag
Het lid (of de leden) ontvangt schriftelijk een berisping. Deze berisping kent in principe geen einddatum. Bij deze maatregel worden ouders van jeugdleden geïnformeerd over de achtergrond van de berisping.
03. Schorsing
Het lid (of de leden) wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de schorsing. De periode van schorsing wordt door het bestuur bepaald, waarbij de ernst van de pesterijen wordt meegewogen. De schorsing bedraagt minimaal twee maanden. Een geschorst lid heeft gedurende de periode van schorsing geen toegang tot de accommodatie en mag niet deelnemen aan activiteiten van de vereniging, ook als deze buiten de accommodatie worden gehouden.
04. Royement
Het lid (of de leden) wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van het feit dat hij/zij is geroyeerd als lid van Scouting de Kompasnaald.
Vertrouwenspersoon
Een vertrouwenspersoon is iemand met wie je in vertrouwen over twijfels kan praten en aan wie je vragen kan voorleggen. De vertrouwenspersoon heeft als doel dat de hulpzoeker van grensoverschrijdend gedrag zich ondersteunt voelt in eventuele vervolgstappen.
Mariëlle Hoffard is de Vertrouwens Contact Personen (VCP) van Scouting de Kompasnaald.
Een vertrouwenspersoon is het eerste aanspreekpunt voor grensoverschrijdend gedrag (zoals pesten, seksuele intimidatie, machtsmisbruik, e.d.) en is aanwezig voor iemand die hierover wil praten.
Iedereen, dus ook ouders, vertegenwoordigers, leden of derden, kunnen contact opnemen met de vertrouwenspersoon.
Naast dat ze een luisterend oor bieden, stellen ze samen met het bestuur een preventief beleid op.
Een VCP-er is geen hulpverlener, maar iemand die samen met de hulpvragende bekijkt welke hulp nodig is en welke acties hiertoe genomen moeten worden.
Wil je Marriëlle benaderen dan kan dat via haar mailadres: vertrouwenspersoon@scoutingkompasnaald.nl
Of telefonisch via: +31 6 485 803 58
Scouting Nederland:
"Als er sprake is van een calamiteitensituatie, zoals grensoverschrijdend gedrag, een ongeluk of een sterfgeval, staan onze bestuursleden je graag te hulp. Ook kun je altijd contact opnemen met het landelijk opvangteam. Dit team bestaat uit landelijk vrijwilligers die groepsbesturen adviseren over hoe ze hiermee om kunnen gaan. Deze vrijwilligers zijn ervaren in de hulpverlening en hebben veel ervaring met dit soort situaties. Zij verwijzen Scoutinggroepen indien nodig door naar de juiste instanties. Meer informatie over het landelijk opvangteam is hier te lezen."
Aanstellingsbeleid
Om te zorgen dat de wensen en verwachtingen van (nieuwe) vrijwilliger(s) matchen met de wensen van onze organisatie voeren wij niet alleen intakegesprekken maar hebben we ook conform Huishoudelijk reglement van Scouting Nederland, afgesproken dat de eerste 3 maanden een soort proefperiode zijn. In die proefperiode zoomen we o.a. in op de inhoudelijk functie, de gedragscode, het Huishoudelijk reglement en allerlei trainingen die onze (nieuwe) vrijwilliger kan volgen om zich zo snel als mogelijk onderdeel te voelen van onze organisatie. Als bestuur maken wij gebruik van diverse methodieken die door Scouting Nederland zijn ontwikkeld.
Verklaring Omtrent het Gedrag
Wie denkt aan kinderen, jongeren en Scouting, denkt direct aan spel, plezier en een uitdagend leven. Niemand associeert deze woorden met grensoverschrijdend gedrag. Een verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is één van de maatregelen die Scouting Nederland getroffen heeft om binnen de organisatie een veilige omgeving voor kinderen te bieden. Daarnaast besteedt Scouting Nederland aandacht aan het onderwerp in trainingen en beschikt Scouting Nederland over een Protocol grensoverschrijdend gedrag.